Het Perpetuum mobile

Het perpetuum mobile verwijst naar een installatie die altijd in beweging blijft, hoewel dat volgens de derde wet van de thermodynamica onmogelijk is. Hoe weinig weerstand ook overwonnen moet worden, altijd zal weer nieuwe energie toegevoerd moeten worden.  Denk aan de schommel 

Iedereen weet van het bestaan van het perpetuum mobile, maar in kringen van hernieuwbare energie kennelijk niet als we hun verhalen over windmolens, zonnepanelen, batterijen en waterstof mogen geloven. Windmolens leveren gratis energie, nadat ze in een paar maanden de eigen energie hebben terugverdiend, zo vertellen de experts van Milieu Centraal ons.  

Om te beginnen vergeten ze dan te vertellen dat windmolens alleen stroom leveren als het waait vanaf windkracht 4 Bf ongeveer. Het kan zijn dat de wieken draaien, maar dat wil nog niet zeggen dat er stroom wordt opgewekt.  Pas bij een windsnelheid van ca 5 m/seconde – de cut-in speed- begint een windmolen stroom te leveren.  De opbrengst van een windmolen wordt dus bepaald door de windsnelheid tot de derde macht.(1) Het grafiekje laat zien hoe snel de opbrengst van een windmolen oploopt met de toename van de windsnelheid.  De wieken zijn zo afgesteld dat bij een bepaalde windsnelheid het maximale vermogen wordt benut. 

Uit de cijfers van het Gemini park zelf blijkt dat het 50% van het jaar stroom levert. De andere helft wordt geleverd door de backup-centrale met hetzelfde vermogen ( 600  MW ) op windstille dagen en uren.   

De vermelding op de site van Gemini dat 800.000 huishoudens of het equivalent daarvan van stroom kunnen worden voorzien, moet dan ook zijn: ‘800.0000 huishoudens, gedurende 50 % van de uren per jaar en dan op volledig willekeurige uren ”.    

Bij het maken van een energetische verlies- en winstrekening van een windpark ( of zonnepark ) moeten dan ook niet alleen de verliezen van de bouw worden genoteerd , maar alle energetische verliezen die -extra – in de keten worden gemaakt ten opzichte van de enkele centrale. Dus ook die welke worden gemaakt in de  mijnbouwfase, de bouw en -met name- de fase van verwerking ( recycling ) van de molens en wieken. Die cijfers moet men vergelijken met de cijfers van een centrale zonder windmolens (of zonnepanelen) in het circuit. Immers, de centrale kan ook zonder windmolens of zonnepanelen de stroom voor 800.000 huishoudens leveren.    

Wordt al die extra energie in de winning van delfstoffen, de bouw, exploitatie en verwerking ingeboekt in de energetische verlies en winstrekening, dan zal daaruit blijken dat windmolens en zonnepanelen en voorts : alles wat wordt aangeduid met de term ‘hernieuwbaar ‘ zich nooit energetisch terugverdienen zal.  Integendeel, de input van energie zal vele malen hoger zijn dan de windmolen ooit in het leven zal produceren.  Alleen al de sloop en de verwerking van de wieken en molens, zullen waarschijnlijk al meer energie vergen. 

Een bijzondere en aanzienlijke vorm van energetische verlies van een windpark is die van de inpassingsverliezen of ‘curtailment’.  Inpassingsverliezen zijn onvermijdelijk bij aanbod gestuurde opwekking van elektrische energie.  Bijvoorbeeld op een zonnige zondag in de zomer, waarbij windmolens en zonnepanelen maximaal stroom leveren maar de vraag minimaal is, kan de stroom niet afgenomen worden.  Volgens een uitspraak van een hoge ambtenaar van het Ministery van Economische zaken: ”werd in de periode 2015-2017 in NoordWest Europa 20 tot 40 % van de tijd windenergie niet effectief afgezet naar het net, maar werden de molens afgeschakeld.”  

Alleen al dit verlies doet een windpark energetisch zwaar in de rode cijfers belanden en dan begint het pas:  

  1. De energie mbt tot alle fases van de backup-centrale voor zover die toegerekend moeten worden aan de combinatie met het windpark2) energie voor het delven van extra grondstoffen en alles daaromheen3) energie voor compleet nieuwe fabrieken,voor de bouw en exploitatie van speciale schepen4) productie wieken, bouw van150 windturbines compleet5) compleet nieuw hoogspanningsnetwerk, transformatorhubs op zee 6) onderhoud van 150 windturbines op volle zee, 8.8 km uit de kust op een oppervlak van 64 vierkante kilometer en tenslotte 7) de energie, benodigd voor het afbreken en het verwerken van 450 wieken, opgebouwd uit  70 ton oliederivaten en koolstofvezels.  Dat alles ten opzichte van een klassieke centrale die een twee keer zo lange levensduur heeft bovendien.   

Johan D. beschreef het perpetuum mobile van windmolens met deze anekdote :   

‘Theoretisch gezien verdient een windmolen zich binnen een jaar terug. Alle energie die in de productie van een windmolen is gestopt heeft hij na 1 jaar reeds terug geleverd (zie Milieu Centraal). Een windmolen gaat minstens 25 jaar mee, dus tijdens zijn leven levert 1 windmolen de energie voor 24 nieuwe windmolens terug. Van één enkele windmolen kunnen we 24 nieuwe maken! 

Die 24 nieuwe windmolen kunnen op hun beurt gedurende hun leven weer 24 x 24 nieuwe windmolens maken, enzovoorts. Pak-m-beet over 50 jaar hebben we dan uit 1 windmolen 576 nieuwe gemaakt. Begin nu met wereldwijd 10.000 windmolens en dan hebben we over 50 jaar onwijs veel windmolens, die tegen die tijd de hele wereld van gratis energie kunnen voorzien.  ‘

Ad 1 Formule voor het berekenen van het vermogen van een windturbine : P=½·ρ·A·(ν)3 

Ultieme verspilling

Ultieme vorm verspilling: Het warmtenetwerk icm biomassacentrale  

Utrecht stad heeft het oudste warmtenetwerk2 van Nederland. Met een echt warmtenetwerk kan het hoogst mogelijke rendement worden gehaald op de toegevoerde brandstof dus in het kader van efficiëntie en duurzaamheid het hoogst haalbare. Voorwaarde is dat er een elektriciteitscentrale in de buurt is die de restwarmte 1 levert..

Dat is in veel gemeenten niet het geval en als er wel een centrale is, dan kan het gebeuren dat die gedeeltelijk wordt stilgezet en de warmte wordt geleverd door een biomassacentrale, zoals in Utrecht het geval is. Dan wordt de restwarmte van de Merwede centrale geloosd op het Merwede kanaal en levert in plaats daarvan de biomassacentrale, waarin gedroogde houtchips worden verbrand, de warmte ten behoeve van het warmtenet. Omdat houtchips verbranden duurzaam werd genoemd door Brussel, krijgt ENECO voor het verbranden van 650 ton houtchips per dag in de ‘biomassacentrale van Lage Weide meer geld dan het zou krijgen in ‘ normale ‘ omstandigheden. Het financieel rendement stijgt dus, terwijl het energetisch rendement in de keten van de biomassacentrale en warmtenetwerk dramatisch daalt ten opzichte van de inzet van echte restwarmte. Als de input van energie in de keten wordt verdisconteerd in de energetische verlies- en winstrekening zal blijken dat de CO2 uitstoot vele malen hoger ligt. Alleen al de 64 vrachtwagens waarmee de 640 Ton elke dag worden aangevoerd produceren een enorme hoeveelheid CO2 uitstoot.

De centrale op Lage Weide, die op basis van deze subsidieregeling werd gebouwd door Eneco is niet de enige. In Purmerend staat een biomassacentrale die wordt gevoed met houtchips die Staatsbosbeheer aanlevert. Staatsbosbeheer werd opgericht nadat in de vorige eeuw, als gevolg van de enorme vraag naar cellulose voor oa papierfabricage, bossen ernstig aangetast waren geraakt en de opdracht had gekregen die te herstellen en daarna ‘verantwoord’ te beheren. Maar nu had Staatsbosbeheer ontdekt dat ze geld konden verdienen met het -wederom -verkopen van de bossen. Niet eens meer als timmer – of meubelhout of grondstof voor de plaatindustrie, maar gewoon hup: op het vuur.  ( in 2015 had het KNAW nog een visie -document uitgebracht, opgesteld door oa Louise Vet en Martijn Katan, waarin ze adviseerden vooral in te zetten op het gecascadeerd gebruik van hout ) 

Na het succes van Utrecht was Vattenfall voornemens in Diemen een twee keer zo grote biomassacentrale te bouwen, maar stuitte halverwege de bouw op verzet van bekeerlingen: meest mensen uit Groen Linkse kringen, die in eerste instantie enthousiast de komst van de biomassacentrale hadden toegejuicht, maar achteraf hadden ontdekt dat ze in het pak waren genaaid. Vattenfall stopte met de bouw.  

Ad 1 restwarmte.  Elektrische energie wordt opgewekt met een generator die aangedreven wordt door een stoomturbine, gasturbine of hele grote dieselmotor. ‘warmtemachines’, waarin warmte wordt omgezet in mechanische arbeid. Bij dat proces gaat een groot gedeelte van de energie in de brandstof verloren als warmte. Die warmte heet ‘restwarmte’.  ( vergelijk de warmte van een automotor )

De term restwarmte wordt door verkopers en bestuurders vaak onterecht gebruikt voor warmtenetwerken die draaien op afval, op houtchips of warmte van een datacentrale of oppervlaktewater middels een warmtepomp.

In veel gevallen wordt de restwarmte van een elektriciteits-centrale geloosd op het oppervlakte water – de reden waarom ze altijd langs rivieren of open water staan opgesteld- maar als zich in de nabije omgeving een woonwijk of kassen bevinden waar de warmte kan worden gebruikt, dan kunnen enorme – échte- besparingen op brandstof (gas) en afname van de uitstoot van CO2 worden gerealiseerd. Op de schaal van 1 tot 10 scoort echte restwarmte een 10 met griffel.   

Voor warmte, afkomstig van een  ‘biomassacentrale ‘ geldt het tegenovergestelde : een MIN -10! Alleen al de energie, benodigd om vers gekapt hout terug te drogen tot ca 12 %, soupeert een groot gedeelte van de energie-inhoud op. Processing en transport vergen daarnaast zoveel fossiele energie dat balans zwaar negatief uitslaat en de CO2 uitstoot vele malen hoger is dan wanneer gas direct wordt verbrand in een seperate CV -ketel waarover mensen bovendien zelf controle hebben.

Ad2 warmtenetwerk. Een warmtenetwerk is een dubbel stelsel van buizen van vaak 10 tallen kilometers lang. Uit bovenstaande kan men begrijpen dat de warmte- verliezen van zo’n kostbaar buizenstelsel acceptabel zijn wanneer het gaat over ‘restwarmte’ van een elektriciteitscentrale omdat anders de warmte geloosd wordt. Het omgekeerde geldt voor warmtenetwerken die gevoed worden met warmte, afkomstig van een biomassacentrale. ( en ook afvalverbranders )  De enorme financiële verliezen daarop worden gecompenseerd met subsidies en afgewenteld op de belastingbetaler . ( sigaar uit eigen doos )

Bekend is inmiddels ook dat de gasprijzen sterk stegen en – omdat de warmteprijs wettelijk is gekoppeld aan de gasprijs – namen de inkomsten van eigenaren van netwerken navenant toe. De ACM – Autoriteit Consumenten Markt, nota bene-   gaf toestemming de tarieven met wel liefst 70 % te verhogen. Hoe de prijs van gas precies tot stand komt en wie er aan de touwtjes trekken laat ik even in het midden, maar naar mijn mening – op basis van de principes, zoals beschreven in het eerdere artikel met verwijzing naar het boek ‘kleptocratie francaise ‘ – was het een vooropgezet plan om de gasprijzen te verhogen, nadát consumenten waren vastgeklonken aan warmteleveranciers zoals Eneco.  

Eneco was het kindje van gemeenten die het bedrijf succesvol vetmestten – niet in de laatste plaats Utrecht – en toen met veel winst verkochten aan Mitsibushi, waardoor het nu deel uitmaakt van de coalitie waarin ook Shell zit.

ecocide

afbeelding : RWE-centrale

In het kader van de ‘energietransitie’ worden fossiele brandstoffen op grote schaal vervangen door brandstoffen uit natuurlijke bronnen (houtsnippers tbv ‘bio’massacentrales en biofuels/kerosine ) hetgeen de draagkracht van de planeet te boven (zal ) gaat(n) .

‘Bio’ brandstoffen werden CO2 neutraal verklaard maar leveren juist veel meer CO2 op in de keten van oogsten tot verbranden. Het is moeilijk te achterhalen wanneer het allemaal precies begon, maar het is zeker dat Greenpeace voor het eerst lobbyde voor de invoering van de verplichte bijmenging van ‘bio’-brandstoffen.  ‘Bio’ brandstoffen worden geproduceerd uit natuurlijke bronnen; allerlei plantaardige en dierlijke oliën, maar ook suikerriet en hout.  Toen de EU verplichte bijmenging van ‘bio’ brandstoffen eenmaal wettelijk mogelijk had gemaakt, was dat de aftrap voor multinationals om grootschalig biobrandstoffen te gaan oogsten . De berichten over het kappen van tropische oerwouden gingen niet veel later de wereld over , maar het was geen reden om te stoppen met biobrandstoffen. Integendeel , het programma werd verder uitgebreid met houtige biomassa. In het kader van het halen van de klimaatdoelen hadden lucide ambtenaren de korte CO2-kringloop bedacht voor het verbranden van houtachtige biomassa ( houtsnippers ) , waardoor CO2, die vrijkomt bij het verbranden, niet hoefde te worden meegeteld in de boekhouding. Het was de Drax company in Engeland die voor het eerst aankondigt haar elektriciteits-centrales geheel CO2-neutraal te laten draaien. Ze betrekken hun ‘biomassa’ bij Enviva, dat van een kleine leverancier van brandhout, uitgroeit tot de grootste biomassa leverancier van de wereld. Daarna verloopt ook de invoering van ‘biomassa’ snel in de nieuwe industrie van ‘ bio’ warmte – centrales en warmtenetten. Gemeenten namen die af als warme broodjes af omdat ze daarmee snel voldeden aan het doel van Parijs en waarmee de financiële miljarden-truc rond was. Burgers werd verteld dat het hout kwam van ‘resthout’ en sprokkelhout, maar in werkelijkheid werd het aangevoerd uit oa Estland. Volgens de gegevens verdween daar sinds 2001 285.000 ha bos.

Deze directeur van RWE : eigenaar van de grootste centrale in de Eemshaven en grote afnemer van gemalen bomen uit Estland laat in een artikel van de Volkskrant van 28-08-2021 het volk weten:

‘Als je niet voor biomassa kiest, maak je je leven heel moeilijk’  

De volgende stap in de tenuitvoerlegging van ecocide in het kader van de energietransitie is de invoering van biokerosine. In de film Planet of the Humans ( te zien via ‘videos’ in het menu) is te zien hoe het werkt en hoe de KLM en Shell daarbij betrokken zijn.

groen beleggen in biobrandstoffen

Groen beleggen. Onder druk van de leden van Pensioenfondsen en klimaatactivisten gaan pensioenfondsen (ABP ) ertoe over te beleggen in ‘groene’ bedrijven. Een van die bedrijven is het Finse Neste Oil, dat ‘bio’ brandstoffen maakt uit oa afgewerkte oliën ( uco ) en koolzaad. Het bedrijf is genoteerd aan de Nasdaq . Tot 2017 lag de koers rond de 12 euro, toen Neste een groen bedrijf werd. Van dat moment af steeg de koers van 12,26 euro naar 50,40 euro nu. Uitstekende belegging inderdaad. Neste Oil is echter allesbehalve een ‘groen’ bedrijf, maar het mocht zich zo noemen.  Op haar site schrijft het bedrijf zelf: dat bio’ diesel chemisch exact hetzelfde is als ‘gewone dieselolie’, maar, ingevolge de Brusselse wetgeving ( Taxonomie ), mag het ‘bio’ brandstoffen verkopen als CO2 neutrale brandstof, terwijl die ,in de keten van productie tot verbranding, minstens twee keer zoveel CO2 uitstoten dan in de keten van aardolie tot dieselolie het geval is. Daarnaast wordt land (bos gekapt ) gebruikt voor de productie van gewassen ( koolzaad ) en voedselproductie verdrongen. Bovendien verleent Finland ontheffing op het Europese verbod van 2013 op de – in milieukringen vooral – zwaar bekritiseerde neonicotinoïden bij de teelt van koolzaad. Hoewel Neste Oil bij nadere beschouwing dus helemaal niet groen is, is dát kennelijk een bedrijf waarvan actievoerders willen dat het ABP hun pensioengelden in belegt . Daarmee beleggen ze dan in een bedrijf dat medeverantwoordelijk is voor “ECOCIDE “ – moord op het ecosysteem inclusief soorten ( Oerang Oetang ) Hoe een en ander in zijn werk gaat is duidelijk te zien in de film Planet of the Humans ( ‘videos ) 1:14:58 met Bill Mackgibben over groen investeren.

energie voor dummies

Never the twain shall meet’ is een bekend spreekwoord.  Het betekent zoveel dat mensen elkaar nooit zullen vinden op bepaalde thema’s. Een uitspraak die zeker opgaat voor de thema ’s klimaat en energietransitie. Zegt de een ja, dan zegt de ander nee; zegt de een  ‘waar’, zegt de ander ‘onwaar’. Er zijn mensen die rationeel zijn en alles correct weergeven volgens de wetten van de biologie , scheikunde en natuurkunde, maar die hadden niet gerekend met machtige kruidenvrouwtjes en politici.  Er zijn zowel volkomen onnozele als nietsontziende en gewetenloze opportunistische volgelingen, die spreken over de toekomst van uw ! kinderen en er zijn tenslotte media die tot taak hebben verwarring te zaaien en in stand te houden. Waren mensen niet gedreven geweest door macht, geld en hebzucht, maar door duurzaamheid in de waarachtige betekenis van ‘volhoudbaarheid’, dan was er nooit zoiets als een energietransitie uitgeroepen door uw leiders.   

Uit de geschiedenis van de mens weten we helaas dat het nooit anders is geweest en ook nooit anders zal worden,  zoals te leren uit de BBC documentaire ‘How art made the world’. Zeker weten we wél dat we een keer dood gaan. Tot die tijd zullen we elke dag voedsel verbranden in ons metabolisme en omzetten in arbeid en de instandhouding van lichaamsfuncties.  

8 miljard mensen moeten elke dag eten om in leven te blijven en 8 miljard mensen consumeren elke dag enkele liters fossiele brandstoffen, afhankelijk van waar ze wonen op de planeet.  In Nederland en landen met vergelijkbaar inkomen per capita, ligt de consumptie van fossiele brandstoffen op ca 15 liter benzine equivalenten per dag.   

Op de snelheid waarmee de voorraden zullen afnemen heeft de mens invloed. Door er zuinig mee om te gaan of ze te verspillen.  Onze leiders hebben ervoor gekozen de snelheid op te voeren.  Misschien dat ze wel geen keus hadden.  

Mensen zullen het nooit met elkaar eens worden over het klimaat en de energietransitie , maar dat laat onverlet dat wetten van de thermodynamica , zoals beschreven door de mensen op de afbeelding , onveranderd zullen blijven bestaan. Daar kan al het gekrakeel op aarde niets aan veranderen. Noch zullen mensenwetten van Klavers en Jettens dat kunnen, noch zal de hoogste Rechter op aarde die kunnen ontkrachten. ( Zij allen spelen het spel van de hoogmoed doordat dus wél te doen. )

Hieronder twee keer de wetten van de Thermodynamica beschreven uit verzamelde teksten:  

A) 1. Warmte en arbeid zijn uitwisselbaar. 

2. bij de uitwisseling tussen warmte en arbeid treden  verliezen op.  (Hoe hoger de temperatuur van de bron en hoe lager de ‘sink ‘ -waar de warmte naartoe stroomt- hoe kleiner dit verlies)  

Dat “verlies” is waar klimaatveranderingsgekken geen rekening mee willen houden. Het is voor miljarden het verschil tussen leven en dood. 

Je kunt niet iets voor niets krijgen. Alle hernieuwbare energiebronnen zullen een hoog verlies hebben, d.w.z. hoge kosten. ( in de keten die de ‘hernieuwbare energie ‘gelovigen altijd vergeten)  Behalve fossiele brandstoffen en kernenergie omdat die zo geconcentreerd zijn in warmte-inhoud dat het verlies minimaal is. Al het andere dat men doet, zoals zonnestralen concentreren, of windenergie, of biobrandstoffen geeft hogere verliezen. ( met name houtverbranden icm een warmtenetwerk ; de verliezen daarvan overstijgen in ruime mate de opbrengst )      

Er is geen wetenschap op aarde, nu of nooit, die de wetten van de thermodynamica kan schenden.Dus nu begrijpen we waaraan we vooruitgang te danken hebben. ( ‘Hádden’ dus als de energietransitie niet stopt )  Aan arbeid, verkregen met lage verliezen.  

B)    ” But nothing is as hilarious as the fake science of “climate”. It seeks to overturn the Second Law of Thermodynamics itself, by convincing people that a low-calorific value “fuel” or “solar cell” or “wind” will somehow be more efficient than a high grade thermal source. Or that electric cars, using energy first from fossil fuels converted to electricity, then stored in batteries, will be “cleaner” ( cleaner means, no visual smoke, I suppose). Than the same fuel poured into the car.” 

de nieuwe economie

De Nieuwste Economie. Zo luidt de titel van het boekje over de nieuwste economische regels.   De  Economie is onderhevig aan verandering: de regels worden aangepast aan het gewenste resultaat.  Vanaf het begin van de vorige eeuw werkten mensen  voornamelijk in fabrieken. Tot ergens in de 60 er jaren de ‘blauwe boorden’ gaandeweg wit werden en het aandeel van de agrarische sector en de (maak) industrie afnam ten gunste van de dienstensector waarin ‘geld maken met geld’ terrein won, culminerend in de huidige wereldeconomie waar alle lijnen samenkomen in de financiële sector als gevolg van het mechanisme van kapitaal en arbeid. Om de economie van de energietransitie mogelijk te maken was het nodig dat kapitaal niet meer risico dragend zou zijn en dat de regel van vraag en aanbod werd geschrapt ; de economie van de energietransitie is een gereguleerde economie waarin kunstmatig vraag en aanbod wordt gecreëerd en burgers worden gedwongen tot verplichte winkelnering.  

Garanties op investeringen, verplichte winkelnering/afname, certificering, valideren van biomassa door het CO2 neutraal te noemen, zijn de principes waar de economie van de energietransitie op is gefundeerd. Niet meer op risicodragend kapitaal en productiefactor.     

beschouwen we bijvoorbeeld een zonnepark vanuit de oude principes, dan zal geen enkele investeerder of bank daarin investeren omdat het al failliet zou zijn bij de oplevering, maar in de nieuwste economie graag !   Ondernemers in de hernieuwbare energiesector kunnen ongelimiteerd geld ophalen dankzij garanties die de overheid verstrekt . Het geld daarvoor wordt via de belasting en opslagen duurzame energie (ODE) bij de burger opgehaald. Hoewel een zonnepark in de gehele keten energetisch zeer slecht presteert en de CO2 uitstoot juist hoger is, wordt het verkocht als ‘duurzaam’. Hierna te noemen ‘fout duurzaam ‘.  

De overtreffende trap van fout ‘duurzaam’ is het warmtenetwerk in combinatie met een biomassacentrale*. Warmte van een warmtenetwerk wordt verkocht als ‘duurzaam ‘, maar de energiebalans is bloedrood en de CO2 uitstoot vele malen hoger dan wanneer separate CV ketels worden geïnstalleerd voor verwarming en warmwaterbereiding. Energetisch dus een gedrocht en een aanslag op de natuur, maar financieel een feest voor de investeerders dankzij de nieuwe financiële regelingen.  

Wanneer men eenmaal op het warmtenetwerk is aangesloten zal er geen weg meer terug zijn.  Ook al besluit men geen warmte af te nemen dan toch betaalt men de vaste lasten die voor de leverancier een vaste bron van inkomsten vormen en van daaruit een gegarandeerde geldstroom.  

De tarieven voor warmte van een warmtenet zijn gekoppeld aan de gasprijs.  Warmtenetten werden aangelegd in een periode van lage gasprijzen. Nu ze klaar zijn worden de gasprijzen verhoogd zodat de investeringen dubbel en dwars terugverdiend kunnen worden.  Dat is hoe de nieuwste economie werkt, verkocht als ‘duurzaam’, maar in werkelijkheid een orgie van verspilling en een aanslag op de natuur.  

* Een Warmtenetwerk in combinatie met een gasgestookte of kolengestookte elektriciteitscentrale is energetisch het hoogst haalbare. Namelijk, de restwarmte, die anders geloosd zou worden op het oppervlaktewater wordt dan nog nuttig gebruikt .    

de gasprijs

De gas-prijs.  de afgelopen weken stonden de kranten en de media bol van berichten over de stijgende prijzen voor gas en autobrandstof . Ook over kolen , waarvan de prijs het snelst steeg, maar daar hadden we in Nederland al geen last meer van dankzij het zegenrijke werk van groen linkse politici . Allerlei theorieën passeerden de revue, maar overheersend was wel de rol van Poetin. “is gastsaar Poetin de schuld van de hoge energieprijzen ? Kopte de Volkskrant gretig .  Zelfs Bart Wagendorp snapte het. Hij schreef de wijze woorden: ‘een gascrisis raakt iets wezenlijks waar we niet zonder kunnen :warmte !’. Dat had ie goed gezien want ‘warmte’ is de meest elementaire vorm van energie en ontstaat door een brandstof te verbranden. De economie is dan ook gebaseerd op de overvloedige beschikbaarheid van goedkope brandstoffen. Is dat niet meer het geval dan zijn zowel de economie als het welzijn van de burgers in het geding.  Het is vandaar dat vroeger de energievoorziening een zogenaamde NUTS-voorziening was waarbij energie werd geleverd tegen de laagste kosten, opdat zowel de bedrijven en burgers zouden floreren.  Daar kwam een einde aan toen D66 minister Laurens Jan Brinckhorst het startsein gaf voor de privatisering van de energievoorziening, waarbij het duidelijk mag zijn dat de prijzen daarna zo ongeveer verdubbeld zouden worden . Immers handelaren in stroom wilden allemaal zo snel mogelijk multimiljonair worden. Daar kwamen later bovenop: de energiebelasting en de opslag duurzame energie(ODE) en daar overheen de btw berekend, zodat de prijs van een m3 gas , autobrandstof en een kWu elektrische energie voor het grootste gedeelte bestaat uit opslagen en heffingen.   

Dat de hoge energieprijs leidt tot energie-armoede en zelfs sluiting van bedrijven werd inmiddels duidelijk door de roep naar steunmaatregel. Maar dat maakt geen indruk op de aanhangers van de energietransitie . Die willen ook dat CO2 heffingen worden doorberekend. Volgens Frank Kalshoven, het economisch orakel van de Volkskrant, zijn hoge energieprijzen zelfs een zegen voor de burgers in de strijd tegen het levensgas dat tot gifgas werd verklaard.: kooldioxide ofwel CO2      

Het was hogepriesteres Marjan Minnesma herself die de carbon bubble doctrine proclameerde: ‘omdat wij niet willen dat de CO2 nog vrijkomt ‘ zo zei ze.     

De hoge energieprijzen, die mede door haar toedoen en, in haar kielzog, een hele reeks van organisaties en instituties ( zie het artikel ‘de Rectrix magnifica’ ) én de media werden veroorzaakt, geven een klein beetje inzicht in wat er gebeurt als fossiele brandstoffen schaars worden of de prijs daarvan stijgt.  Wellicht bij veel lezers ook inzicht in hoe de wereld eruit zou zien als fossiele brandstoffen niet meer overvloedig en goedkoop beschikbaar zouden zijn.  ( lees ook : ‘De mens in suícide-modus ? )     

Misschien zou het goed zijn als de prijzen nog veel verder doorstijgen om het besef te doen terugkeren dat de economie en welzijn van mensen – dat de kachel het doet – voor 100% is gebaseerd op ‘de overvloedige beschikbaarheid van goedkope fossiele brandstoffen’    

de top van Glasgow

Top in Glasgow ‘The end of history and man’. In 1992 verscheen het boek van Francis Fukuyama  ‘Het einde van de geschiedenis en de laatste mens”. (The End of History and the Last Man , 1992 ) 

Begin november 2021 staat die gebeurtenis daadwerkelijk op de agenda van de klimaatconferentie in Glasgow.  Niet toevallig in Glasgow, want daar begón ! ook de geschiedenis van de mens.  Althans die aan welke zij haar rijkdom en welzijn  te danken heeft.   

Namelijk, James Watt, de bouwer van de eerste werkende stoommachine; de machine die de succesvolste periode in de geschiedenis van de mens veroorzaakte, werd geboren in Greenock, een plaatsje ten westen van Glasgow en gelegen aan de rivier de Clyde. Bij mooi weer kon hij vast aan de overkant Belfast zien liggen waar, dankzij zijn stoommachine, de Titanic gebouwd zou worden.   

Tijdens de summit gaan de regeringsleiders bespreken hoe de mensheid weer kan terugkeren naar de periode van vóor de stoommachine, toen enkel hout en turf dienden als brandstof.   Dat was de tijd van de Malthusiaanse economie, die werd gekenmerkt door het feit dat het bevolkingsaantal werd gereguleerd door de beschikbaarheid van natuurlijke bronnen, waardoor het maar heel langzaam groeide.  Door de komst van de stoommachine viel dat terugkoppelmechanisme weg en begon de bevolking steeds sneller te groeien. Van 978 miljoen in 1800 tot de huidige ca 7 miljard.       

In 1765, toen James Watt de eerste werkende stoommachine bouwde, brak de industriele revolutie uit die zich verspreidde als een olievlek over de aarde. In Glasgow werden scheepswerven opgericht, mede door de aanwezigheid van steenkool en ijzererts in de nabije omgeving, dat nu met behulp van stoommachines gewonnen kon worden. De voortuitgang ging met reuzenstappen tegelijk , temeer in de periode daarvoor de wetenschap de voorwaarden daarvoor had geschapen. 

Glasgow is ook bekend van Charles Rennie Mackintosh, een lid van de Art nouveau beweging, waarvan ook Henry van de Velde (be)  Victor Horta (be) en de Spaanse Antonio  Gaudi en Hector Guimard ( metro Parijs ) , lid waren.  Met lede ogen moesten zij toezien hoe door de komst van de stoommachine hun ambachten in verdrukking kwamen toen de industrialisering van de productie op gang kwam eind 19de eeuw.  De Arts en crafts- movement van Morris en Ruskin probeerden nog de ontwikklingen te stoppen, maar er was geen houden meer aan. 

De industriële revolutie was ook het begin van het kapitalisme volgens het principe dat investeringen van kapitaal rendement opleveren. Het autonome mechanisme van arbeid en kapitaal dat ontstond, leidde ertoe dat het kapitaal steeds meer de overhand kreeg in het productieproces en dat de financiële sector steeds sneller en harder groeide.    

Dat principe werkt tot op de dag van vandaag en daarover nu gaan onze leiders spreken tijdens de klimaattop. Het zal gaan over hoe met investeringen in ‘hernieuwbare energie’ winst kan worden gemaakt door Corporate bedrijven en hoe investeerders rendementen kunnen behalen met investeringen in windparken, elektrisch vervoer en de waterstofeconomie. Investeringen die in de ‘oude economie’ niet mogelijk waren.  Verder is het nodig dat de leiders in hun landen wetgeving maken die het mogelijk moet maken dat burgers verplicht worden tot afname van bepaalde producten en diensten. Kenmerk van die nieuwe economie is dat het primaat van de ingenieur – dat z’n start had met de stoommachine van James Watt, 250 jaar geleden in Glasgow- wordt ingeruild voor het primaat van de bankier en onversneden kapitalisme.     

Daarmee komt een einde aan de ‘vooruitgang’ die altijd was gebaseerd geweest op het verhogen van brandstofefficiëntie en markeert het begin van de achteruitgang, gekenmerkt door het verlagen van brandstofefficiëntie middels het schakelen van een heel circus aan toeters en bellen in, het voorheen, optimaal werkende stroomcircuit en de uitbreiding daarvan.  

De Amerikaanse President Biden en Boris Johnson van de VK, geven voor de laatste keer door aan de machinekamer van de virtuele Titanic, kolen op het vuur te gooien en de ketels op te stoken. Iceberg ahead !!!     

de waterstofgekte

De waterstofgekte  In het Haber Bosch-procede wordt kunstmest gemaakt door stikstof uit de lucht aan waterstof te binden. (NH3) Zonder kunstmest waren we nooit geboren geworden en was de mensheid nooit in de waanzin van de huidige tijd beland.  De krankzinnigste plannen komen langs in steeds groteskere vorm. Frits Haber was de uitvinder van het Haber Bosch-procede in 1918 en eerder van het mosterdgas. Frits Haber heeft daarmee de ‘eer’ om zowel de redder van de mensheid te zijn, als uitvinder van een weerzinwekkend moordwapen.  (Zijn vrouw vond het zo erg dat ze zelfmoord pleegde in de hal van de Academie waar wetenschapper bijeen waren, waaronder Einstein.) De productie van kunstmest vergt ca. 3 % van de wereldwijde gasconsumptie, zo wordt geschat. Het is een zeer energie- intensief proces. Waterstof produceren derhalve zou beperkt moeten zijn en blijven tot wat noodzakelijk is.  Hoe kon het dan toch gebeuren, dat juist het omzetten van fossiele brandstoffen in waterstof werd gepresenteerd als een oplossing voor het ‘probleem’ van fossiele brandstoffen. Het antwoord is zoals altijd: geld en macht.

Het verhaal daarachter vindt zijn oorsprong in de aanbod gestuurde productie van stroom door windmolens. Om de continuïteit van de windmolenindustrie te waarborgen was-is- het noodzakelijk dat er een vorm van opslag van overtollige stroom zou komen/komt. Lang werd nog vastgehouden aan opslag in batterijen, maar toen die zeepbel al snel uiteenspatte greep men weer terug naar waterstof als opslagmedium.  Hoewel energetisch en financieel wellicht nóg dramatischer dan batterijen, sloeg het idee aan bij de mensen.  Inmiddels is het verhaal zo ingebed in het denken ,dankzij de welwillende medewerking van de MSM en de inzet van de aimabele Ad van Wijk van de TU Delft en Nienke Homan, gedeputeerde van de provincie Groningen, dat het tot de Communis opinio ging behoren.   Samen bouwen ze aan het plan om van Groningen de energie Provincie van Nederland te maken op basis van hernieuwbare energie nadat eerder was besloten dat de winning van gas zou worden afgebouwd.  Windmolenparken , gekoppeld aan een waterstof-industrie maakt onderdeel uit van die plannen.  Er kwam een waterstofcoalitie met daarin -nota ben-de Gasunie, Shell, de havens van Rotterdam en Amsterdam en Tata Steel, die, in een stroom van PR, de zegeningen van waterstofgas begonnen uit te dragen.  In Brussel werd waterstof geclassificeerd (Taxonomie ) als ‘duurzaam’ waardoor groene miljarden subsidies konden gaan stromen. Bovenop de keten van de windmolenindustrie , werd nu de keten van de waterstofindustrie gestapeld : een energetisch horror-scenario met vele malen meer input van fossiele brandstoffen ( en CO2 uitstoot derhalve ) dan de zogenoemde ‘hernieuwbare’ output, maar een festijn voor investeerders en beleggers ( pensioenfondsen )

het einde van de vooruitgang

Innovatie in het kader van de energietransitie : het einde van de vooruitgang

Stel: dat je een land zou willen bouwen vanaf van het begin.   1) Zou je dan huizen bouwen met zoveel mogelijk materialen of zo min mogelijk; met zoveel mogelijk installaties of zo min mogelijk en met zoveel mogelijk afval of met zo weinig mogelijk. En 2)  Zou je dan auto’s bouwen die zoveel mogelijk kilometers afleggen per eenheid brandstof of juist zo weinig mogelijk. En 3) zou je de elektrische energievoorziening ontwerpen vanuit het streven naar de hoogst haalbare efficiëntie of de laagst haalbare en 4) zou je streven naar een hoge productiefactor* of naar een lage productiefactor en 5 ) zou je het milieu en natuurlijke bronnen beschermen of zou je ze uitputten en 6) Zou je gebruik maken van de Best Available Techniques (BAT) of The Worst Available technique  (WOT)   

Aanbod gestuurd stroomnet . Super inefficiënt en kostbaar ( worst available techniques )
Super efficiënt -vraag gestuurd stroomnet op basis van Best available techniques (BAT )

Hier boven twee schema’s : configuratie van de energietransitie en daaronder de configuratie zoals die was tot de energietransitie begon. In een elektrisch circuit speelt de wet van Kirchhoff de hoofdrol. Die zegt dat op alle knooppunten in het circuit de som van de stromen nul moet zijn.   

Dat in het kader van de energietransitie nu de configuratie wordt gebouwd zoals weergegeven in het eerste schema is vanwege ‘innovatie’. Voorheen volgde innovatie een natuurlijke weg van verbeteringen en toevallige ontdekkingen ( serendipiteit ) en werd altijd gedreven door het streven naar meer efficiëntie. Met ingang van het tijdperk van de ‘energietransitie’ werd innovatie tot drijvende kracht gemaakt van de economie en het streven naar efficiency vervangen door het streven naar verspilling. Dat gaat lijnrecht in tegen het principe van vooruitgang. In de techniek geldt doorgaans het adagium ‘keep it simpel stupid ‘, want alles wat niet direct bijdraagt aan de werking van een apparaat of in dit geval energievoorziening, kan bijdragen aan storingen, verlaagt het overall rendement in de keten en verhoogd de kosten .

Tot de energietransitie zijn intrede deed waren technologische verbeteringen altijd de drijvende kracht geweest achter de vooruitgang.  Een voorbeeld daarvan is de geiser, waarmee, na de uitrol van het unieke Nederlandse gasnet in 1963, in vrijwel alle huizen warmwater werd bereid. Dat was toen al een enorme vooruitgang ten opzichte van het koken van water in een keteltje. Een simpel apparaat dat bestond uit een gasbrander waaromheen een koperen buis was gewikkeld. Daar stroomde dan het koude water doorheen dat zo werd verhit. Het was een zeer inefficiënt apparaat omdat het grootste gedeelte van de warmte verdween in de ruimte. ( in het begin de keuken in ).  Dankzij verbeteringen op het gebied van materialen, verbeterde giettechnieken, verbrandingstechnieken en een elektronische besturing, werd uiteindelijk de CV –ketel geboren, die 100% van de brandstof omzet in warmte.  Een CV ketel is aldus een heel goed voorbeeld van hoe technologische ontwikkelingen leidden tot energiebesparing.  Was het in deze tijd ontwikkeld geworden, dan zou het aangekondigd zijn als een wonder van techniek, maar het bestond al, net als brandstofmotoren (ICE’S ) en dát was nu het probleem: CV ketels en auto’s waren zó goed geworden dat er ‘geen droog brood’ meer mee te verdienen viel. Men moest een truc bedenken om consumenten aan te zetten tot de aanschaf van een warmtepomp en EV .

In het kader van de energietransitie wordt daarom de warmtepomp aanbevolen als een-innovatief- CO2 neutraal en zuinig apparaat, ter vervanging van de CV-ketel en het EV als vervanging van de auto (1)

Ad 1. Een EV is wezenlijk anders dan een auto. Auto betekent autonoom; met een auto kan men zich autonoom verplaatsen van A naar B. Een EV is afhankelijk van een centrale, wind en zonneparken en daarbij behorende infrastructuur. In beide gevallen zijn fossiele brandstoffen wél de basisvoorwaarde. ( zie over energie )