Voorwoord.
Als je brandstof wilt sparen, moet je dan méer gas geven of juist minder of, als je wilt afvallen, moet je dan meer eten of minder of, als je de kans op longkanker wilt verkleinen, moet je dan meer of minder gaan roken. Is het streven naar efficiëncy beter dan verspilling? Is meer afval beter dan minder afval?
Stupide vragen zul je zeggen, maar als deze vragen worden gesteld inzake het onderwerp ‘duurzaamheid’, zullen vrijwel alle mensen de tegenovergestelde antwoorden geven. Besparen betekent in de praktijk pure verspilling, zo blijkt.
Sinds de uitvinding van de stoommachine is de wereldeconomie voor 100 % gebaseerd op het verbranden van fossiele brandstoffen, maar volgens het akkoord van Parijs, de Conferentie die in 2015 werd gehouden, zouden die in 2050 overbodig zijn.
Dat, terwijl het gebruik van fossiele brandstoffen juist exponentieel zal gaan stijgen als gevolg van de ontwikkelingen in de internet technologieën, automatisering, robotisering , AI-Artificial intelligency-en VR-virtual reality.
Als alle energie in 2050 zou moeten komen van windmolens, zonneparken en ‘bio ‘massa ,zou bij veel mensen toch een belletje moeten gaan rinkelen en wellicht de vraag rijzen of dat wel mogelijk zou zijn. Terecht, want volgens de Wet van behoud van energie is dat onmogelijk. Het is als Sisyphus die eeuwig de steen tegen de berg omhoog rolt.
In dit boek probeer ik duidelijk te maken dat de energietransitie daarom precies het omgekeerde betekent van wat in Parijs werd afgesproken. Het verhaal begint bij de Big bang” die in de Thermodynamica het punt aangeeft waarop de energie van de zon naar de aarde begint te stromen en via de aarde weer naar de ruimte.
Alle energie komt dus van onze zon. Gedurende een periode van zo’n 100 miljoen jaren, in de geologische periode ‘het Carboon’, werd de energie van de zon, via het proces van fotosynthese, omgezet in bomen en zeedieren. Die werden tot voorraden kolen, olie en gas. Op die voorraden zouden mensen zuinig hebben moeten zijn, maar in de ‘Nieuwste economie’ worden de laatste reserves er met hoge snelheid doorheen gedraaid. Daarmee werd de brandstof-efficiëncy, sinds de uitvinding van de stoommachine, dé drijvende kracht achter de vooruitgang, ingeruild voor het kapitaal; van engineering naar financial engineering .